• Skip to content

De Australian Cobberdog

De Australian Cobberdog

Header Right

  • Home
  • Mijn honden
  • Het ras
  • Galerie
  • Info
    • Over mij en mijn visie
    • Wat kost een Australian Cobberdog-pup gemiddeld, wereldwijd?
    • Gezondheidsonderzoeken/MDBA
    • Begeleiding
    • In de media!
    • Is een kruising of bastaard gezonder dan een rashond?
  • Logboek en nieuws
  • Contact
  • Bestellen van voeding of boek!
  • Producten in ontwikkeling!

  • Europese paspoortjes

GEZONDHEIDSONDERZOEKEN

Daaronder vallen ondermeer: De oogonderzoeken: PRA en PRCD, heupen en ellebogen en IC (improper coat-onderzoeken). Onze honden (standards) hebben een NN vacht en zijn improper coat-clear. Ondanks dat IC geen ziekte is en het allel ressesief is, zie ik geen reden om honden met een afwijkende vacht in te zetten voor voortbrenging. Honden met vachtfouten willen we immers niet in de raslijnen.

Vervolgens wordt het DNA profile vastgelegd, dat niet alleen aantoont dat de opgegeven honden inderdaad de ouderdieren zijn van de puppen, maar vooral ook een scala van erfelijke aandoeningen die voorkomen bij honden kan hier mee worden opgespoord. Dit doen wij (op aanraden van de MDBA) vanaf januari 2016 bij ORIVET in Australië en niet meer bij van Haeringen te Wageningen. Bij van Haeringen doen wij alleen nog de IC testen. Kopieën van de uitslagen van deze onderzoeken worden bij de pup-overeenkomst in een mapje meegegeven.

NOTE: AL ONZE HONDEN (OOK DE VERKOCHTE PROSPECTS DIE GAAN ZORGEN VOOR HET VERGROTEN VAN DE GENENPOPULATIE) ZIJN CLEAR OR NEGATIVE TESTED OP 180 VERSCHILLENDE, MOGELIJKE AANDOENINGEN DIE KUNNEN VOORKOMEN IN HONDENRASSEN!!! IN DE KYNOLOGEN- APP-GROEP WORDEN ALLE ERVARINGEN MET ELKAAR GEDEELD.

Vanaf januari september 2018, doen wij de heuptesten niet meer (zoals bijvoorbeeld ook bij de ALAEU verplicht is) vanaf de leeftijd van 1 jaar, maar zelfs al vanaf 16 weken (Penn Hipp) en die worden herhaald op de leeftijd van 12 maanden. De uitslag bij vroeg testen zegt alles over de erfelijke aanleg van HD bij honden en je kan zo vaststellen dat een eventuele afwijking (in elk geval) niet door omgevingsfactoren werd veroorzaakt, maar erfelijk is. Aangezien maar 30% van de heup en elleboogafwijkingen erfelijk is, kunnen we zo pups met slechte heupen al vroeg uitsluiten voor voortbrenging en niet pas na een jaar! Geselecteerde honden worden immers als pup (als potentieel voortbrenger van het ras) geselecteerd om later als volwassen hond ingezet te kunnen worden als voortbrenger. Bij eventuele aandoeningen die achteraf zouden blijken, komen veel fokkers/kynologen er dan te laat achter dat een hond (waaraan ze al gehecht zijn) niet geschikt is voor voorbrenging. Dat is niet alleen sneu, maar ook kostbaar.

NOTE: AL ONZE OUDERDIEREN/LIJNHONDEN/PROSPECTS, HEBBEN DE VOLGENDE SCORES BEHAALD. KOPIEN ERVAN WORDEN BIJ DE OVEREENKOMST MEEGEGEVEN.

  • PICASSO: GOOD HIPP JOINT CONFORMATION. RIGHT AND LEFT, NEGATIVE FOR ELBOW DYSPLSIA
  • BIBI: GOOD HIPP JOINT CONFORMATION. RIGHT AND LEFT, NEGATIVE FOR ELBOW DYSPLSIA 
  • REDD ANGEL: FAIR HIP JOINT CONFORMATION.  RIGHT AND LEFT, NEGATIVE FOR ELBOW DYSPLSIA
  • OLIVIA: FAIR HIPP JOINT CONFORMATION.  RIGHT AND LEFT, NEGATIVE FOR ELBOW DYSPLSIA
  • RUFUS: GOOD HIPP JOINT CONFORMATION.  RIGHT AND LEFT, NEGATIVE FOR ELBOW DYSPLSIA. 

DE KANS  DAT ONZE HONDEN HEUP EN ELLEBOOG-AFWIJKINGEN DOORGEVEN IS, MET DEZE UITSLAGEN, ZEER KLEIN MEDE OOK OMDAT ER DRIE GENERATIES OP DE STAMBOOM STAAN DIE OOK ZIJN GOEDGEKEURD. DESALNIETTEMIN KAN HET NATUURLIJK VOORKOMEN, MAAR DAN MOET JE EERDER DENKEN AAN 70% OMGEVINGSFACTOREN DAN AAN 30% ERFELIJKHEID. OM DIT ZEKER TE KUNNEN/WILLEN WETEN, DOEN WIJ IN HET VERVOLG DE PENN HIPP MET 16 WEKEN. DAN KUN JE ERFELIJKHEIDSFACTOREN ALVAST DIRECT OPSPOREN EN UITSLUITEN. 

NOTE: VRAAG DAAROM ALTIJD OM UITSLAGEN BIJ DE VERKOPER, DAN WEET JE ZEKER WAT WAARHEID IS.

Deze onderzoeken doen wij in het vervolg derhalve bij een gespecialiseerd, orthopedisch gezondheidscentrum voor gezelschapsdieren en niet meer bij een dierenarts. Wij laten deze foto`s maken en bekijken door gespecialiseerde orthopedisch chirurgen. De resultaten worden door deze vakbekwame chirurgen vastgelegd en met ons doorgenomen. De resultaten sturen wij vervolgens NIET meer op naar de OFA, omdat er geen vergelijkingsmateriaal is (waarop de OFA haar resultaten baseert) voor zowel de Labradoodle en Australian Labradoodle (eerste kruisingen) als de Australian Cobberdog (rashond in ontwikkeling).

Bovendien worden foto`s bij de OFA bekeken en vergeleken door röntgen-laboranten en niet door orthopedisch chirurgen. Deze laboranten vergelijken o.a. mini-honden met standaards van andere rassen, omdat de database o.a. niet is gesorteerd op o.a. de grootte en gewicht van de hond en er dus geen vergelijkingsmateriaal is voor de Australian Labradoodle en de Australian Cobberdog. Een Australian Cobberdog kan bij de OFA vergeleken worden met een Poodle of een Labrador, die beiden heel anders zijn gebouwd. Een Labrador is bovendien niet zo atletisch als een Australian Cobberdog en heeft derhalve andere (vaak grotere) heupkoppen, net als andere slanke honden, zoals de windhond. Dit zegt uiteraard heel veel over de oorzaak van een bepaalde score. Het hangt daar dus af van waarmee de ingestuurde foto`s werden vergeleken. Goed hoeft dan bij bijvoorbeeld bij een kleine hond helemaal niet goed te zijn, als je die vergelijkt met een grote hond van een bepaald ras en normaal hoeft niet normaal te zijn als je niet weet waarmee deze hond is vergeleken. De neus van een buldog, kun je immers ook niet vergelijken met die van een windhond.

Bovendien is gebleken dat als je twee maal een test instuurde van dezelfde hond, je twee keer een ander resultaat kreeg. Ook is gebleken dat het heel veel uitmaakt of je de testen instuurde naar de BVA of naar de OFA. Van Olivia kregen we bijvoorbeeld Fair van de OFA en Good van de BVA. Het resultaat hangt dus af van waarmee/met welk ras de heupen en- ellebogen werden vergeleken. Kynologen/fokkers kregen in veel gevallen, twee verschillende uitslagen van testen die tegelijkertijd waren ingestuurd. Dat vinden wij, maar ook de MDBA en vele orthopedische chirurgen vreemd, omdat dit gewoonweg niet mogelijk is. De vraag is dan steeds, wie vergelijkt en bekijkt en met wat. Daarvan zou de hond, de kynoloog/fokker en de baas niet afhankelijk moeten zijn. De uitslagen van de OFA zijn daarmee niet voldoende en/of mogelijk gebleken en moet je er volgens de MDBA dan ook niet mee doorgaan.

Vroeg DNA bekijken en vroeg INDIVIDUEEL heupen en ellebogen testen (zonder deze met een ander ras te vergelijken, zoals bij de OFA), maar dan bij orthopedisch specialisten, is daarom veel betrouwbaarder gebleken. Deze specialisten kijken naast de foto`s ook naar de hond en zijn/haar fysieke toestand, eventuele klachten, gewicht etc. De hond wordt bij de OFA uiteraard niet gezien. Je kan daar dus van alles ongecontroleerd insturen, ook foto`s van een andere hond met een goede score met de stamboom van een hond die werd afgekeurd. Daar is geen controle op!!!

Op de ingestuurde informatie bij de foto`s zou dus een aantekening (met stempel) moeten staan waarop wordt aangegeven dat het gecontroleerde chipnummer (met magneet) dezelfde is als die op de stamboom. Zonder o.a. die aantekening (ook op de OFA uitslagen) is de test op voorhand al niet betrouwbaar. Omdat dit niet altijd adequate wordt gedaan, kunnen er in principe dus heel veel honden rondlopen (van o.a. ongecontroleerde fokkers/kynologen) met een goede of excellent heup- en elleboogscore die in werkelijkheid zouden zijn afgekeurd! De nieuwe MDBA richtlijnen zien wij dan ook als een goede vooruitgang.

Volgens mijn orthopedisch chirurg, is men in Leuven België al een tijdje bezig met een DNA onderzoek dat heup-, en elleboogafwijkingen middels een DNA test kan opsporen. We zijn er nog niet, maar in de toekomst kunnen we dan erfelijke afwijkingen van de heupen en de ellebogen, middels een DNA test gaan opsporen. Zodra die er komt zal röntgenonderzoek overbodig worden. Dat is goed nieuws voor de hond die bijna altijd onder narcose moet voor deze röntgenfoto`s en voor de kynoloog/fokker die voor deze onderzoeken erg veel geld moet betalen, zeker als er meerdere honden moeten worden getest.

Vanaf 2016, vragen wij onze pupkopers de castraties Laporascpopisch te laten doen. Het adres van deze specialist, waar wij klant zijn, kan men bij mij opvragen. Laporascpopisch castreren met 18 maanden (anderhalf jaar oud) is zo veel meer gunstig voor uw hond. Uw hond is er nauwelijks ziek van, er is geen buikwond en of ingrijpend herstel nodig. Dierenartsen doen dit niet laparoscopisch omdat men er niet in is gespecialiseerd en men niet beschikt over de minuscule apparatuur.

Verder worden onze pups (zoals al verplicht was en zoals wij voorheen al deden) uiteraard gechipt, ontwormd en ingeënt. Deze gegevens worden onder meer in de paspoorten van de puppen vastgelegd. In het paspoort treft u ook het inschrijfformulier voor de Nederlandse databank aan.

Wij houden van iedere pup een groei-boekje bij van de eerste acht a negen weken. Onze puppen gaan met acht of negen weken, soms met 10 (dat bekijken we per nestje) zindelijk en gesocialiseerd mee naar hun nieuwe baasjes. Een pup van medium formaat moet in elk geval 4 en een halve kilo wegen en klaar zijn voor vertrek. De kleinste puppen blijven daarom altijd wat langer ter observatie en totdat ze het ideale gewicht hebben bereikt.

 Waarom de MDBA

Om te beginnen, is de MDBA begonnen met raserkenning van de `destijds` Australian Labradoodle en registreren de grondleggers, die steeds naar raserkenning streefden, juist daarom zelf ook hun honden bij de MDBA. Vervolgens is het zo, dat het gehele bestuur van verschillende Australian Labradoodle organisaties, (waaronder ook de Nederlandse) zelf Australian Labradoodles voortbrengen. Dat maakt hen helaas niet financieel onafhankelijk en/of objectief zoals bijvoorbeeld het bestuur van de Raad van beheer en de MDBA die meerdere rassen onder hun hoede hebben.

Sinds de Australian Labradoodle is erkend als nieuw ras, onder de nieuwe naam Australian Cobberdog, hebben wij ons (als voorstander van raserkenning) verenigd met de regels van de MDBA `Master Dog breeders and associates`. Dit jonge ras heeft zijn roots immers in Australië liggen.

De geschiedenis van het ontstaan van voorgaande hondenrassen leert ons dat naamswijziging steeds heel gebruikelijk is geweest naar de overgang van raserkenning om de uiteindelijke, echte, geselecteerde foklijnen te kunnen identificeren. Dat zijn namelijk de geselecteerde foklijnen die in aanmerking kwamen voor een selectie van purebreeds in ontwikkeling.

De professionaliteit en de werkwijze van de MDBA, stroken met onze kijk op verantwoord en hobbymatig fokken van een jong ras in ontwikkeling. Er zijn inderdaad genoeg Australian labradoodle fokkers, clubs en verenigingen, maar of deze honden (nu nog) in aanmerking komen voor de selectie van een ras in ontwikkeling, zullen we nooit weten als ze niet MDBA zijn geregistreerd.

Er zijn immers ook verschillende kynologen/fokkers die eerder wel in aanmerking zijn gekomen voor registratie bij de MDBA (tijdens de beginfase) en het logo droegen op hun website, maar naderhand alsnog zijn gediskwalificeerd. Deze lieden zijn nu verder gegaan met de labradoodle en hebben vaak (min of meer uit frustratie) geen goed woord meer over voor de MDBA en haar leden. Dit zorgt uiteraard voor verwarring bij het publiek. Een kopie van de voorschriften en de codes of ethics die wij in acht nemen, in het belang van gezonde foklijnen en waaraan u ons mag houden, worden samen met o.a. het afstammingsbewijs en het DNA-profiel aan de pupovereenkomst gehecht. Verschillende documenten, waaronder ook de stamboom, komen vanuit Australië in het Engels!

All rights reserved © 2010