• Skip to content

De Australian Cobberdog

De Australian Cobberdog

Header Right

  • Home
  • Inzetbare honden
  • Het ras
  • Galerie
  • Info
    • Over mij en mijn visie
    • Nestjes, prospects ouderdieren, herplaatsingen en pup-prijzen.
    • Gezondheidsonderzoeken/MDBA
    • Begeleiding
    • In de media!
    • Is een kruising of bastaard gezonder dan een rashond?
  • Logboek en nieuws
  • Contact
  • Vooruit bestellen van voeding of boek!
  • Producten in ontwikkeling!
  • Olivia, Picasso en Engel. Maatjes die graag meegaan.
  • Ondernemend!
  • Will to please!
  • Afwachtend en onderzoekend!
  • Snel tevreden en dankbaar!
  • Makkelijk tijdens het uitlaten, blijven graag bij je.
  • Lief met andere honden.
  • Actief!
  • Kindervrienden:)
  • Lavendelkleurige Desie, dochter van Bibi. Heel zeldzaam!
  • Atletisch!
  • Gracieus van pups af aan!
  • Clownesk met een uitgesproken mimiek. Je kan ze lezen.
HET RAS

De Australian Cobberdog (voorheen Australian Labradoodle) is een hypoallergene, intuïtieve hond met een niet-verharende vacht, speciaal gecreëerd voor astmatische en allergische mensen met een hulpvraag.

De Australian Cobberdog is feitelijk de authentieke, goedgekeurde Australian Labradoodle (de PURE BREED in ontwikkeling) die voldoet aan alle gestelde eisen om ingeschreven te kunnen worden als rashond bij de MDBA Master Dog Breeders and Associates in Australie. Een selectie van tophonden (dus) waarmee mag worden gewerkt.

Omdat het studbook nog steeds open is en we de genenpool moeten verrijken, kunnen goedgekeurde Australian Labradoodles van een hoog generatieschema nog steeds worden ingeschreven bij de MDBA als rashond in ontwikkeling. Deze honden kunnen zelfs ingeschreven staan bij zowel de WALA als de MDBA.

Voortbrengers/kynologen van de Australian Cobberdog houden zich aan een strikt reglement en zijn voorstander van raserkenning. Om zich zo te kunnen differentiëren van andere verenigingen, maar ook om onderscheid te kunnen maken tussen de verschillende honden (erkenning van een nieuw ras in ontwikkeling) hebben zij de nieuwe naam `Australian Cobberdog`aangenomen.

De Australian Cobberdog-populatie is, naast de verder ontwikkelde hypoallergene eigenschappen, (bovenal) getemperd/veel rustiger en heeft de uiteindelijke, perfecte, losvallende, zijdezachte vacht, die vele malen anders en beter is ontwikkeld dan die van de Labradoodle (eerste kruisingen) en de Australian Labradoodle, hetgeen de generatie na de Labradoodle is. De Australian Cobberdog (derde generatie) heeft een alom bekend aantrekkelijk en atletisch voorkomen met een uniek gewillig en lief karakter. Hij wordt ook wel omschreven als `born to serve`. Een echte goedzak die graag en snel leert! Het ras kent verschillende maten en vachtsoorten in allerlei kleuren. Zijn gemakkelijk te trainen karakter maakt hem super geschikt als hulp-, en therapiehond. Zijn voorkomen doet enigszins denken aan een knuffelbeer.

  • Uiterlijk en gedrag:
  • Verschillende maten
  • Verschillende vachten (krullend, golvend, glad, wool, spiraal) in verschillende kleuren.
  • verschillend in temperament, hangt heel erg af van de ouderdieren, maar ook waar hij woont of opgroeide. De Cobberdog heeft de neiging te willen pleasen, dus doet hij de baas na, tast af wat er van hem wordt verwacht. Woont hij in een druk gezin, dan zal de Cobber ook druk zijn. Krijgt de Cobber veel aandacht en leiding, dan zal het een rustige, onbegrensde, wijze hond zijn. Krijgt hij geen aandacht en wordt er niets met hem gedaan, dan is het gerust de meest lastige hond die je, je kan voorstellen, dan wordt het een grote klier en weet hij precies hoe hij je kan irriteren om je op gang te krijgen. Een Australian Cobberdog is beslist niet geschikt voor luie mensen die nergens zin in hebben en niets willen ondernemen en/of voor mensen zonder invoelingsvermogen. Een Cobberdog wil jouw partner in Crime zijn en werkt met zijn hoofd. `Precies zoals jij bent`, zegt mijn tweelingzus altijd. Ik schijn ook een pain in the ass te zijn als ik me onbegrepen voel, het gevoel heb vast te zitten of niet de aandacht ontving die ik nodig had. Ha,ha… tis wel een beetje zo. Maarrr dat heeft ook zijn voordelen hoor! Ik ben dan ook niet vies van zware battles, dat zijn Cobbers ook in het geheel niet!!! We zijn hier altijd samen aan het werk. Ach, en ik heb dan ook wel weer “the will to please”. Daar hou ik van, net als mijn Cobbers.

Omdat de Australian Cobberdog veel in zijn hoofd zit, een denker is, die non stop zijn omgeving volgt, heeft deze hond, in tegenstelling tot andere rassen, meer koolhydraten nodig, hetgeen de belangrijkste voedingsstof voor de hersenen is. Te veel eiwitten brengen zijn lijf uit balans, dan wordt hij juist mager. Een carnivoren hoog- eiwitrijk dieet is dan ook niet geschikt voor de Australian Cobberdog.

De Australian Cobberdog is dus beslist geen kruising tussen een Poedel en een Labrador Retriever. Zo begon ooit (25 jaar geleden) slechts zijn ontstaansgeschiedenis, met de naam Labradoodle. Alle daarop volgende generaties en infusies hebben de Australian Cobberdog gemaakt voor wat hij vandaag de dag is.

De Australian Cobberdog kunt u zien als de nieuwe, perfecte generatie van de bijzondere, hypoallergene Australian Labradoodle, vanaf de ALF 3 generatie, ingeschreven bij de MDBA. Het eindresultaat van een rashond in ontwikkeling!

De grondleggers van een ras in ontwikkeling zijn de enige personen die de hond kunnen voordragen voor raserkenning omdat zij o.a. de stamboeken beheren en het dier in ontwikkeling allereerst in eigen land (van oorsprong) moet worden erkend. De Australian Labradoodle/nu Cobberdog kon worden voorgedragen omdat deze hond aan de drie belangrijke voorwaarden voldeed. Kijk voor meer informatie over een raserkenningsproces bij De Raad van Beheer: www.raadvanbeheer.nl/rashonden/

Australian Labradoodle of Australian Cobberdog? Het verschil:

De ALAEU (Australian Labradoodle Association Europe) is een liefhebber van de Labradoodle die ooit begonnen is het werk van de grondleggers te gaan uitvoeren in Europa, destijds nog in samenwerking met de grondleggers, maar tegenwoordig bestuurt zij, met nog een paar leden, feitelijk alleen de AlAEU. Als het over de Labradoodle gaat dan voert zij het woord. Zij kocht haar eerste hond van de eerste Labradoodle voortbrenger  in Nederland. Omdat zij zelf de Australian Labradoodle voortbrengt, is ze eigenlijk niet onafhankelijk. Daar ben ik niet zo`n voorstander van. Een bestuur moet onafhankelijk zijn en herkozen kunnen worden. Ze heeft de afgelopen jaren veel leden verloren. Ongeveer 20 leden hebben o.a. om die reden de AlAEU al verlaten en staan nu nergens meer ingeschreven, of zijn nu lid van de nieuwe wereldwijde organisatie voor de Australian Labradoodle, de WALA .

De WALA schijnt een goed alternatief te zijn voor leden  die bij de ALAEU vandaan kwamen of voor diegenen die eerder nergens stonden ingeschreven, maar ook voor voormalig MDBA leden. Ik denk dat de WALA voor veel verbetering zal zorgen en wellicht de samenwerking tussen organisaties gaat verbeteren. De Australian Labradoodle en de Australian Cobberdog liggen immers dicht bij elkaar.

De ALAEU claimt de echte Rutland en Teganpark bloedlijnen voort te brengen. Wat zij voortbrengt is feitelijk het eerste genetisch materiaal van de grondleggers terwijl zij zich steeds tegen die grondleggers (Rutland en Tegan) openlijk verzet. De Labradoodle en de Australian Labradoodle maken immers deel uit van de ontwikkeling van dit ras. Vervolgens (schrijft zij op haar website) dat de MDBA de oorspronkelijke lijnen niet als rashond in ontwikkeling zou kunnen erkennen, want dat zou uitsluitend de FCI kunnen. Zoals eerder vermeld hierboven, moet een nieuw ras eerst in het land van oorsprong worden erkend, daarna pas bij de FCI. In dat proces is de Australian Cobberdog nu. Dat is goed nieuws voor een rashond in ontwikkeling.

De naamswijziging was nodig om de echte gezonde lijnen, de oorsprong, los te koppelen van de Labradoodle omdat die namen door menigeen werd misbruikt. Alles wat met een poedel werd gekruist werd een Australian Labradoodle genoemd.

Ook werden er soms koningspoedels ingezet om nieuw bloed te creëren. Op dat moment is besloten door de grondleggers de echte foklijnen (waar jaren aan is gewerkt en waarin meerdere infusies zitten) veilig te stellen. De Australian Labradoodle werd voorgedragen als rashond in ontwikkeling. Dat kon alleen bij de MDBA onder de nieuwe naam Australian Cobberdog.

Nu geldt voor een echte Australian Cobberdog dat…, wanneer een rasliefhebber ingeschreven staat bij de MDBA, je dan pas zeker weet dat je een echte Australian Cobberdog hebt, of een Australian labradoodle die hoog in het generatieschema zit en kan worden toegelaten. Je ziet op marktplaats of elders daarom nooit Australian Cobberdogs aangeboden, want dat is niet mogelijk.

Een koper hoeft alleen maar de MDBA inschrijving te vragen en die hebben aanbieders van “look a likes” gelukkig niet. De Australian Cobberdog kan om die reden nooit ten prooi vallen aan de broodfokker. Met alle honden waar de naam Doodle in voorkomt kan dat dus nog wel.
Ik denk dat we dat met alle rassen zo moeten doen. Dan weten mensen precies waar ze gezonde, lieve, goede honden kunnen vinden. Begrijp me niet verkeerd, Look a likes zijn natuurlijk ook hartstikke lieve, leuke honden, maar het zijn geen Australian Cobberdogs. Omdat een Australian Cobberdog een rashond in ontwikkeling is, moeten we natuurlijk wel de richtlijnen en de voorwaarden blijven volgen om überhaupt tot raserkenning te kunnen komen.

Ik vind eigenlijk dat alle rashonden, voortgebracht door betrouwbare en toegewijde hondenliefhebbers/kynologen die zoveel werk besteden aan hun dieren, met hart en ziel, dezelfde prijs voor hun honden moeten vragen als wij voor een Australian Cobberdog. Dat zijn ze evengoed waard!!! Ook zij moeten een strenge selectie gaan maken, honden op contract meegeven en het DNA gaan vastleggen, zodat niet gecertificeerde leken (zonder inzicht) geen nestjes kunnen realiseren. Daarmee zijn hun bloedlijnen dan onder controle en zijn ook die honden een hogere prijs waard.

Nog even over het verschil Australian Labradoodle en Australian Cobberdog:

Kort samengevat zou je kunnen zeggen, dat (bijvoorbeeld) een Ford Focus uit de jaren 90, niet dezelfde is als die uit het jaar 2017/2018. De nieuwe Ford Focus ziet er anders uit, het is een andere uitvoering.  (EEN AANTAL GENERATIES VERDER DUS). De Australian Cobberdog is derhalve zeker niet dezelfde wijn in andere zakken zoals de ALAEU weergeeft op hun website. De Australian Cobberdog is de slotfase van wat ooit begon met de Labradoodle en Australian Labradoodle (eerste kruisingen), gebonden aan andere regels en op juiste wijze gecontroleerd door een kundig bestuur dat meerdere rassen onder haar hoede heeft.

Hypoallergeen, wat is dat?

Een hypoallergene hond is een hond die minder allergeen is. Hypo=minder. Een hypoallergene hond zorgt dus voor minder allergische reacties omdat deze o.a. niet verhaard en geen/of veel minder last van huidschilfers heeft. Sommige mensen zijn ook allergisch voor het speeksel van de hond. Die groep heeft geen baat bij een hypoallegene hond, maar het kan natuurlijk anders uitpakken.

Dat de vacht niet ruit wil natuurlijk niet zeggen dat deze hond geen haren wisselt. De vacht moet 1 x per week goed geborsteld, met een speciale borstel, om de de dode haren te verwijderen, zodat de vacht weer lekker los valt en luchtig blijft. Door o.a. het borstelen blijft ook de huid in goede conditie. Lange haren voor de ogen moeten natuurlijk leuk worden bijgeknipt, zodat de ogen vrij zijn van haar. De oortjes moeten worden geplukt indien nodig. Naast de Australian Cobberdog bestaan er nog 13 hypoallergene hondenrassen die o.a. niet ruien. Dat een hond niet ruit, is niet zielig voor de hond (zoals weleens wordt geschreven), want zijn vacht wordt wekelijks goed verzorgd. De hond heeft daar natuurlijk geen last van. Het borstelen en verzorgen versterkt zelfs de onderlinge band met de hond.

Dat er hypoallergene honden bestaan, wordt (door diegene die beweren dat allergisch zijn tussen de oren zit) weleens tegengesproken. Toch ervaart de grootste groep allergische mensen (80%) geen of minder allergische reacties. Hoe dit mogelijk is, is nog niet bewezen. Het is daarom voorlopig een kwestie van zelf uittesten.

Hierbij een link naar het enige onderzoek (ooit gedaan) naar hypoallergeniteit bij honden en of ze wel bestaan. Daaruit blijkt dat het niet te bewijzen valt waarom mensen beter reageren op een hypoallegene hond. Wij gaan dit onderzoek binnenkort ook zelf laten uitvoeren. Het blijkt immers ook van groot belang te zijn wie zo`n wetenschappelijk onderzoek objectief uitvoert. Je kunt je namelijk ook afvragen waarom aan hypo-allergeniteit van de labradoodle wordt getwijfeld als zoveel mensen er baat bij hebben en er plezier aan beleven.

De Australian Cobberdog is ook een hypoallergene hond die nog duur is ook. Zou dat het zijn? Ten opzicht van de 13 andere hypoallegene hondenrassen (die minder in de belangstelling staan) heeft men het steeds over de Australian Labradoodle. Dat is toch ook wel vreemd te noemen. Men heeft het zelden over bijvoorbeeld de Deerhound of de Bouvier.

https://www.geleidehondenopleiding.nl/artikelen/hypoallergene-hond-labradoodle-bestaat-die-wel/2018-06-08/

Wat is een rashond?

Citaat uit mijn eerste boek over de Australian Cobberdog blz 24 (1e druk 2013), Wat is eigenlijk een rashond? Een rashond is altijd een groep honden met in uiterlijk en gedrag overeenkomstige eigenschappen. Een hondenras komt tot stand doordat mensen door de jaren heen selectief op bepaalde kenmerken fokken. Oftewel: domesticatie. Het eerste gedomesticeerde dier was de hond. Er was dus niet zomaar opeens een Herder, een Poedel of een Spaanse – Waterhond. Nee, daar gingen jarenlange infusies aan vooraf. Men wilde juist de bijzondere eigenschappen selecteren voor een bepaald doel. 

Rasinvloeden (citaat uit mijn eerste boek 1e druk 2013)

In de Australian Cobberdog zijn uiteraard meerdere rasinvloeden terug te vinden. Voor de ontwikkeling tot rashond zijn immers meerdere infusies nodig om een noodzakelijke grotere genenpool/populatiegenetica te kunnen creëren, zodat het ras gezond kan blijven.

Tegenwoordig krijgt de rashond slechte publiciteit. Dat is jammer, maar dit komt omdat er door de jaren geen streng fokbeleid was bij de Raad van Beheer.  Alle ellende die we bij andere rashonden vandaag de dag zien, zijn de gevolgen daarvan. Door het jarenlang doorfokken met bloedverwanten, is momenteel 40% van de rashonden erfelijk belast. Deze ellende moeten we natuurlijk voorkomen binnen de Australian Cobberdog-populatie, want het is wel duidelijk dat de regels hier en daar ernstig worden overtreden.

INTEELT VOORKOMEN:
BINNEN DE AUSTRALIAN COBBERDOG VERENIGING, MAAR OOK BINNEN DE EUROPESE WEGEVEING, IS INTEELT VERBODEN. ER WORDEN DUS GEEN DIRECTE FAMILIELEDEN (ALS OUDERDIEREN, ZUSSEN EN BROERS) MET ELKAAR GEMATCHT. DE GENENPOPULATIE IS DAAROM KLEIN EN DE WACHTLIJSTEN LANG. INTEELT WORDT TEN ALLE TIJDEN VOORKOMEN OM DE GEZONDHEID VAN DIT NIEUWE RAS IN ONTWIKKELING TE WAARBORGEN. WE ZIJN STEEDS OPZOEK NAAR NIEUW BLOED. OMDAT ER HEEL KLEINSCHALIG WORDT GEWERKT, IS DIT HAALBAAR.

LIJNTEELT:
Lijnteelt is iets heel anders dan inteelt. Om de goede eigenschappen binnen een bloedlijn te willen behouden en deze niet steeds verder te verdunnen met nieuwe bloed (Outcross heet dat) is het noodzakelijk om zo af en toe de goede eigenschappen van een bloedlijn weer een impuls te geven.
Zo wil ik bijvoorbeeld graag dat: karakter, gematigd temperament, grootte (standaard maten), perfecte vacht en mensgerichtheid, behouden blijven. Door te blijven Outcrossen, zouden deze eigenschappen verloren gaan omdat je die kwaliteiten door Outcross steeds verder verdund. Je komt dus steeds verder van je eigen bloedlijn af te staan. Bovendien weet je niet altijd wat je binnenhaalt met vers bloed. Dan is het ook weer jaren onderzoeken hoe dit zal uitpakken.

Veel rasliefhebbers  kopen gewoon Australian Labradoodles in om ze voor te dragen als een infusie. Dan moeten de kwaliteiten wel heel goed zijn, wil je dat überhaupt doen.
Nu we zien dat de grote standaard Australian Cobberdog en dan met name de REDD LINE aan het uitsterven is en er in Europa bijna geen grote mediums en standaards meer worden voorgebracht, is het pertinent tijd geworden om deze prachtige gezonde bloedlijn te gaan beschermen.

Bij lijnteelt moet je zeker weten dat het DNA volledig goed is en er alleen goede eigenschappen worden behouden en zeker niet de verkeerde eigenschappen, want die behoud je dan ook.

Mijn honden zijn door de jaren heen goed gekeurd en hebben een ORIVET resultaat waaruit blijkt dat ze op alle 182 verschillende afwijkingen, die in een hond kunnen voorkomen, negatief zijn getest. Ze zijn dus perfect! Dat mag niet verloren gaan. Ik heb nu bijvoorbeeld ook een gemiddelde goed/excellent heup en elleboog score en ook de ogen zijn altijd goed getest.

Feitelijk zou je o.a. deze eigenschappen dus moeten gaan versterken door een keer LIJNTEELT toe te passen en niet middels OUTCROSS weer nieuwe eigenschappen binnen te gaan halen.
Sinds ik een studie Animal Breeding and Genetics doe aan de open Universiteit, wordt steeds meer duidelijk dat de meeste kynologen niet goed weten waarmee ze bezig zijn. Ikzelf begin nu ook veel meer nieuwe inzichten te vergaren. Ik ben van mening dat alle professionele ras-liefhebbers deze studie eigenlijk verplicht zouden moeten doen.


Wat is een van `t Morgenland (VTM) Redd line Australian Cobberdog nou eigenlijk en wat maakt dat ze ook echt die uitstraling’ hebben?

Ik heb de afgelopen 11 jaar, bewust voor een bepaalde raslijn gekozen waarin ik geloof. Ik liet me niet van de wijs brengen door verkeerde inzichten en trok mijn eigen plan. Dat plan heb ik verder ontwikkeld. Van deze raslijn (de Redd line, met dubbel d, die ik in stand probeer te houden en waaraan ik inmiddels al 11 jaar bouw) ken ik alle in and outs.

De Redd Line is een oorspronkelijk Australische bloedlijn, rechtstreeks van de grondleggers afkomstig aldaar. Die raslijn is in Nederland en in Europa min of meer niet meer voortgezet omdat het de grotere honden/maten zijn, waarvan men dacht (na het krijgen van onjuiste informatie van mensen zonder ervaring en/of andere bedoelingen) dat deze minder goede heupen en ellebogen zouden hebben i.v.m. de grootte. Dat is natuurlijk grote onzin. Ook kwam er bij sommige professionele ras-liefhebbers opeens Addison (ontsteking van de bijnieren) en IC (improper coat) voor in hun bloedlijnen. Dat lag mijn inziens totaal niet aan de Redd line, maar aan de combinaties die door sommige ras-liefhebbers  zijn gemaakt door onzorgvuldig matchen. Er waren, met de opkomst van dit ras, namelijk nog niet zoveel combinatiemogelijkheden en niet iedereen wist nog van de hoed en de rand (ik toen trouwens ook niet) met een nieuw ras in ontwikkeling. Dat zie je pas door de jaren heen. In Amerika en in Australië waren ze al heel ver, daar vandaan kwamen dan ook de eerste Australian Labradoodles/nu Australian Cobberdogs.

De gezonde, schone Redd line, waarop ik mij focus, heb ik de afgelopen jaren verder ontwikkeld en is daarmee een “Van`t Morgenland raslijn” (VTM bloedlijn) geworden, waarin de afgelopen 11 jaar geen enkele erfelijke aandoening is voorgekomen. Dat is eigenlijk uniek, want niet veel professionals kunnen dat zeggen. Je moet daarom altijd naar/om het DNA vragen.

Mijn Redd line, de VTM Redd LINE, is stabiel gebleven. Omdat ik de afgelopen jaren een eigen netwerkje heb opgebouwd van betrouwbare professionals die o.a. mijn versie van de Redd line voortzetten, is de grote/standaard, gezonde Redd line gelukkig in stand gebleven en behouden, maar nog steeds zeldzaam door onzorgvuldig voortbrengen en matchen door andere kynologen/fokkers.

Het maakt natuurlijk heel veel uit door welke reuen deze verkochte teven worden gedekt, om de gezondheid te kunnen blijven waarborgen. Omdat ik heb vernomen dat een aantal van mijn verkochte teven toch zonder overleg (m.b.t de reu keuze) zijn gedekt door reuen die steeds maar worden ingezet, verkoop ik geen fokteven meer zonder toevoeging in het contract, dat een keuze voor een reu voor mijn foklijnen met mijn toestemming en in overleg met mij moet gebeuren. 

Daarom moet u altijd Allert blijven en niet zomaar een pupje kopen. Een nest wordt altijd aangekondigd met een melding van de ouderdieren. Bekijk of u van die ouderdier-combinatie een pup wilt. Vraag vooral veel over de reu. Waar komt hij vandaan en hoe vaak wordt hij gebruikt door verschillende fokkers.

Reuen zijn schaars in Europa, maar vooral in Nederland. Daardoor worden reuen hier door bijna alle fokkers gebruikt. Het mooiste zou zijn als iedere fokker, na opstart, tenminste 1 eigen reu aanschaft na zijn/haar eerste nest. Maar helaas, dat gebeurd vaak niet.

Wat vraagt u nog meer? U vraagt altijd om de gezondheidsonderzoeken van de ORIVET en het DNA van de ORIVET. Daarnaast vraagt u om de score HEUPEN EN ELLEBOGEN en de OPTIGEN-oogonderzoeken van een van de ouderdieren of voorouders. Daarna, als u ingeschreven staat voor een gepland nest, kunt u het hele traject: zwangerschap geboorte en nestperiode blijven volgen via de verkoper. Bij ons is dat via de app-groepen en tijdens de puppy-kijkdagen.

Note: Als men net begon als opkomend professional/kynoloog aan een Redd Line, vanwege zijn looks, maar het DNA niet is gecontroleerd, dan zit er vaak IC of Addison in de hond, als deze hond niet van een ervaren professional  afkomstig is die al jaren met de Redd line werkt. 

Voor een Redd line, heb je dus iemand  nodig die hier de afgelopen 10 jaar research naar deed en combinaties tot op het bot uitstippelde, of iemand die daarvan een fokhond heeft en samenwerkt met die ervaren kynoloog/voortbrenger van het ras. Dat wil ik nu toch gaan benadrukken op mijn website, omdat daar onduidelijkheid over is.

Openheid van zaken, daar kies ik voor! Om deze bloedlijn verder te helpen, wil ik graag dat de liefhebber weet hoe het zit. Mensen moeten kunnen inlezen wat je de afgelopen jaren hebt gedaan, waar je mee bezig bent, waar je voor staat of gaat, waar je fouten liggen en/of welke bloedlijnen met welke combinaties je gaat starten als je net begint. Dan pas weten mensen waaraan ze beginnen. Vandaar dat ik mijn best doe om zo transparant mogelijk te kunnen zijn over mijn eigen rasprogramma en waar mijn honden zich bevinden.

De Redd line begon ooit in Europa met de Australische Redd Baron die destijds (rond 2004) aan een Nederlandse liefhebber van de Labradoodle werd verkocht vanuit Australië. Deze persoon (een vrouw met verstand van zaken, vond ik destijds) had prachtige honden, misschien wel de mooiste en een mega-leuke website, vond ik, maar ze heeft het roer (onder druk) gedraaid en is een totaal andere richting op gegaan en werkt nu met kleinere Labradoodles i.p.v. Australian Cobberdogs. Ze is niet meegegaan met de naamswijziging en de noodzakelijke veranderingen. Dat zie je toch wel vaak in de kynologenwereld hoor, kleine groepjes die samen optrekken met dezelfde inzichten, zelf zit ik natuurlijk ook in zo`n groepje.

Om iets meer te kunnen variëren, heb ik een Noorse, een Engelse en een Amerikaanse bloedlijn erbij aangeschaft, maar ook die werden en/of worden in de toekomst altijd gematcht met een Redd line (met dubbel d) om zo de geweldige karakters en de Looks ervan te kunnen waarborgen.

Dat allemaal samen, typeert dus eigenlijk mijn honden en dat stralen ze ook uit. Er wordt al jaren specifiek 1 lijn bestudeerd, gevolgd en verbeterd. Verbeterd in die zin, dat o.a. steeds de beste karakters en de fysiek sterke exemplaren werden geselecteerd voor de fok. Ze zijn daarom anders en (ook volgens collega`s) bijzonder van aard en uiterlijk en bovenal vrij van ALLE erfelijke aandoeningen.

All rights reserved © 2010